Doopsgezinde kerk

Kerkgebouw

Naar aanleiding van vervolgingen onder Doopsgezinden in Vlaanderen, weken deze in de 17e eeuw veelal uit naar Nederland, waarbij Aardenburg in Zeeuws-Vlaanderen een plaats werd waar veel Doopsgezinden samenkwamen.

In 1604 werd een kerkruimte in een schuur achter woning ‘Het Lam’ in de Weststraat in gebruik genomen. Deze kerk viel vanaf de straatzijde niet op en is dus een van de weinig nog resterende schuilkerken in ons land.

De kerk werd in 1793 grotendeels vernieuwd en na de afkondiging van de geloofsvrijheid in 1804 werd voor de kerk een nieuwe ingangspartij gebouwd.


Eerste orgel

In 1872 werd de Doopsgezinde Kerk in Aardenburg voorzien van een orgel. Het is niet bekend wat voor soort instrument dit is geweest. Mogelijk is het van het orgelbouwersgeslacht Van Peteghem of van de orgelmaker Loret uit Mechelen. Het orgel had een onderkas maar dit was naar alle waarschijnlijkheid loos. Architect van de orgelkas was overigens de heer Van Oudshoorn, bouwmeester van het voormalige paleis van Volksvlijt te Amsterdam.

Het orgel werd in 1933 om onduidelijke redenen buiten gebruik gesteld.  


Tweede orgel

In 1925 bouwde de Dordse orgelbouwer Spiering een noodorgel voor de Grote Kerk in Dordrecht. Dit pneumatische eenklaviersorgel werd in 1933 aangekocht door de Doopsgezinde Kerk in Aardenburg.
In 1976 werd het Spiering-orgel vervangen door een nieuw instrument. Het oude orgel werd verkocht aan een particulier, die de bedoeling had het instrument weer op te bouwen. Daar is het echter niet van gekomen en het wordt dan ook aangeboden aan geïnteresseerden.

Dispositie:

Manuaal: Prestant 8B/D, Aeoline 8 B/D, Bourdon 8 B/D, Gamba 8 B/D, Octaaf 4 B/D.

Pedaal aangehangen

Overige gegevens:

Manuaalomvang: C-f’’’

Stemming: evenredig zwevend

Toonhoogte: a’ = 440 Hz

Tractuur: pneumatische kegellade 

Derde orgel

In 1976 werd het Spiering-orgel in de Doopsgezinde Kerk in Aardenburg vervangen door een nieuw instrument, gebouwd door de Belgische orgelbouwer Stephan Schumacher uit Eupen. Het werd voorzien van vijf stemmen en gestemd in een Kirnbergerstemming. Op 17 januari 1976 werd het in gebruik genomen met een bespeling door de adviseur: Hubert Schoonbroodt uit Luik. Op de plaats van de bij de bouw gereserveerde Regaal 8’ werd uiteindelijk een Sesquialter II sterk geplaatst.

Dispositie

Manuaal 1: gedekt 8, prestant 2, cymbel II

Manuaal 2: holpijp 8 (transmissie), roerfluit 4, sesquialter II

Pedaal aangehangen | P/1, P/2, I/II

Manuaalomvang: C-g’’’

Pedaalomvang: C-f'

Stemming: Kirnberger

Toonhoogte: a’ = 440 Hz

Tractuur: mechanische sleepladen 


Vierde orgel

Het instrument werd in 2013 vervangen door een ander Schumacher-orgel. Het huidige komt uit de O.L.V-Kathedraal van Antwerpen, en werd daar gebruikt voor begeleiding van het jongenskoor, het is op 12-5-2013 in gebruik genomen te Aardenburg.

Dispositie

Hoofdwerk: roerfluit 8, prestant 4, oktaaf 2, mixtuur II-III

Positief: gedekt 8, open fluit 4, nasard 2 2/3, terts 1 3/5, kromhoorn 8

Pedaal: subbas 16 | P/1, P/2, I/II

Manuaalomvang: C-g’’’

Pedaalomvang: C-f'

Stemming: Neidhardt III

Toonhoogte: a’ = 440 Hz

Tractuur: mechanische sleepladen 

Opnames: