Rilland,
Gereformeerde Gemeente
Gereformeerde Gemeente - Swaanhillstraat 13
- Orgeloverzicht - Andere orgels in Rilland -
Kerkgebouw
De
Afgescheidenen in Rilland en omgeving kwamen rond 1836 op diverse plaatsen
bijeen, waaronder de boerderij van Johannes Butijn.
Waarschijnlijk rond 1865 is de gemeente te Rilland geïnstitutioneerd als
Ledeboeriaanse Gemeente.
Vanaf 1875 werd gebruik gemaakt van een leegstaande school en in 1889 werd een
eigen kerkgebouw in gebruik genomen.
In 1907 was een afgevaardigde van de kerkelijke gemeente te Rilland aanwezig op
de eerste Algemene Vergadering van de Gereformeerde Gemeenten en behoort daarmee
ook tot deze gemeente.
Bij de Bevrijding van Rilland liep het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeenten
schade op, zodat het tijdelijk niet te gebruiken was. Diensten werden tijdelijk
in de Hervormde- en Gereformeerde Kerk
gehouden. Na herstel werd het gebouw van nieuwe beglazing en elektrische
verwarming voorzien. Herstel van waterschade, als gevolg van de Watersnoodramp
in 1953, kostte ongeveer f.35.000,-.
In 1957 werd het gebouw van een nieuwe voorgevel voorzien, waarbij een
financiële steun van het Rampenfonds werd ontvangen.
Een in 1985 gebouwde vergaderzaal is in 2003 gerenoveerd, gevolgd door de bouw
van een tweede zal op de kerkzolder in 2005.
Voormalig orgel
Met 21 tegen
10 stemmen werd op 13 mei 1926 besloten een orgel aan te schaffen in de
Gereformeerde Gemeente te Rilland.
Reeds op 6 juli werd het door ‘dhr v.d. Heijden te Rotterdam’ geleverde
instrument in gebruik genomen. Of het een nieuw gebouwd orgel, of een
tweedehands instrument is geweest, is niet duidelijk.
Tijdens de Watersnoodramp op 1 feburari 1953 liep het orgel grote schade op.
Herstel werd niet verstandig geacht zodat overgegaan werd op nieuwbouw.
Huidig orgel
In 1961 werd
besloten een nieuw orgel te laten bouwen door de firma W. van Leeuwen te
Leiderdorp. Het instrument werd gefinanciërd door het Nederlands Rampenfonds.
Het eenmanualig instrument werd voorzien van 7 sprekende stemmen en een
aangehangen pedaal. Het werd op 23 februari 1962 in gebruik genomen.
De oorspronkelijke dispositie van het Van Leeuwen-orgel (1962): |
||||
Manuaal: |
|
Pedaal: |
|
|
Overige gegevens: |
|
|
|
|
Voor 1998 is
de Mixtuur gereduceerd tot IV sterk door de firma A. Nijsse & Zoon te
Oud-Sabbinge.
In 1998 is het instrument gerestaureerd door dezelfde firma, waarbij de
dispositie is gewijzigd. De Quintadeen 16’ is versneden tot Bourdon 16’ en
Bourdon 8’, die op het pedaal zijn gedisponeerd. Een gedeelte van de Bourdon 16’
is transmissie van de Bourdon 8’. De overige registers zijn allen gedeeld in
bascant en discant. Uit een overgebleven koor van de Mixtuur is een Terts 1 3/5’
disc. vervaardigd. Daarnaast is het VEKA-ladensysteem van Van Leeuwen vervangen
door een nieuw sleepladensysteem en is het front van groter lijstwerk en
snijwerk voorzien. De firma Fama & Raadgever te Maarssen plaatsten tevens een
nieuwe Nasard 2 2/3’. De werkzaamheden werden begeleid door de adviescommissie
van de Vereniging Organisten der Gereformeerde Gemeenten (VOGG).
De dispositie van het Van Leeuwen-orgel (1962) vanaf 1998: |
||||
Manuaal: |
|
Pedaal: |
|
|
Werktuiglijke
registers |
|
Overige gegevens: |
|
|
Omstreeks 2022 is het orgel uitgebreid met enkele digitale stemmen van het merk Hauptwerk.
Situatie 1962-1998. Foto ©: VOGG
Geraadpleegde literatuur
Sinke, J.P. (2007)
Zijn daan
getoond en trouw'lijk hen geleid, 100 jaar Gereformeerde Gemeenten 1907-2007,
deel I
Krabbendijke, Uitgeverij Van Velzen (2007)
Met dank aan
P. Bron
M. de Leeuw