Zierikzee, Gasthuiskerk
Protestantse Kerk - Havenplein 17

- Orgeloverzicht - Andere orgels in Zierikzee -

Kerkgebouw
De Gasthuiskerk te Zierikzee is vermoedelijk in de 15e eeuw gebouwd als kapel van het toenmalige Sint-Elizabethgasthuis gebouwd waarschijnlijk in de 14de eeuw aan de Hoge Molenstraat. Dit gasthuis werd in 1814 afgebroken.
Na de Reformatie in 1576, werd de kerk omstreeks 1587 in gebruik gegeven aan de Waalse gemeente.
In 1613 kregen de Walen een ander gebouw toegewezen waarna de Hervormde gemeente het gebouw in gebruik namen als tweede kerk naast de Grote Kerk.
In 1652 werd de kerk wegens behoefte aan meer ruimte uitgebreid met een galerij, waaronder de Korenbeurs kon worden ondergebracht. Daartoe werd een rij huizen aan het Havenplein afgebroken.
De Gasthuiskerk, die, toen de Nieuwe Kerk nog als kerk in gebruik was, ook wel de Kleine Kerk werd genoemd, werd van 1949 tot 1958 in- en uitwendig gerestaureerd.

Eerste orgel
In 1758 had een inwoner van Zierikzee, Gerard de Braal, aangeboden een orgel aan de Gasthuiskerk te schenken onder voorwaarde dat hij daar zelf op mocht spelen tegen een behoorlijk salaris, maar daar ging het stadsbestuur niet op in. In 1828 werd het orgel van de Waalse Kerk te Zierikzee te koop aangeboden aan de Gasthuiskerk. De orgelbouwer Abraham Meere, aan wie de kerkvoogdij advies had gevraagd, oordeelde, dat dit instrument te gering van omvang was voor deze kerk.
Voorzover bekend begint de orgelgeschiedenis van deze kerk in 1854. In dit jaar werd als proef een kabinetorgel in de kerk geplaatst, dat om onduidelijke redenen het volgende jaar weer werd verwijderd.

Tweede orgel
Vermoedelijk werd in 1875 door de Amsterdamse orgelbouwer Flaes een kabinetorgel geleverd, dat in 1847 werd gebouwd door de orgelmakers Stulting & Maarschalkerweerd voor een particulier te Zaandam.

De oorspronkelijke dispositie van het Stulting & Maarschalkerweerd-orgel (1847):

Manuaal:
Prestant disc.
Holpijp
Viola di Gamba
Octaaf
Fluit
Woudfluit
Dulciaan


8 voet
8 voet
8 voet
4 voet
4 voet
2 voet
8 voet

Pedaal:
Aangehangen
 

 

Overige gegevens:
Manuaalomvang: ?
Pedaalomvang: ?
Stemming: ?
Toonhoogte: a’ = 440 Hz
Tractuur: mechanische sleepladen

 

 

In augustus 1887 werd het orgel per advertentie te koop aangeboden. Het werd gekocht door de fa. L. van Dam die het nieuwe orgel voor deze kerk zou leveren. Het kabinetorgel werd door Van Dam in 1888 verkocht aan de Gereformeerde Kerk te Meppel en in 1897 werd het verkocht aan de Hervormde Gemeente te Nijeveen waar Proper het plaatste.
Laatstgenoemde reviseerde het orgel in 1909 en in 1955 werd het orgel door dhr. Rinkema op een nieuwe galerij geplaatst, waarbij de Dulciaan 8' werd vervangen door een Celeste 8'.

De dispositie van het Stulting & Maarschalkerweerd-orgel (1847) vanaf 1955:

Manuaal:
Prestant disc.
Holpijp
Viola di Gamba
Voix Celeste
Octaaf
Fluit
Woudfluit


8 voet
8 voet
8 voet
8 voet
4 voet
4 voet
2 voet
 

Pedaal:
Aangehangen
 

 

Overige gegevens:
Manuaalomvang: C-f'''
Pedaalomvang: C-c'
Stemming: Evenredig zwevend
Toonhoogte: a’ = 440 Hz
Tractuur: mechanische sleepladen

 

 

In 1978 werd het Stulting & Maarschalkerweerd-orgel gerestaureerd door A.H. de Graaf, waarbij een nieuwe gereconstreerde kas werd vervaardigd door de firma Reil te Heerde. Ter vervanging van de Celeste 8' werd een Dulciaan uit 1850 geplaatst. Op 28 september 1978 werd het vernieuwde instrument weer in gebruik genomen.
In 2003 werd opnieuw groot onderhoud aan het instrument uitgevoerd door A.H. de Graaf.


Situatie vanaf 1978 te Nijeveen. Foto ©: www.hervormdegemeentenijeveen.nl

Derde orgel
Voor de aanschaf van een definitief nieuw orgel voor de Gasthuiskerk te Zierikzee werden contacten gelegd met o.a. Flaes en Witte. Uiteindelijk werd aan de fa. L. van Dam te Leeuwarden opdracht gegeven een orgel te leveren, dat op 20 december 1887 in gebruik werd genomen. De organist van de Laurenskerk te Rotterdam, M.H. van 't Kruijs, keurde het instrument goed.

De oorspronkelijke dispositie van het voormalige Van Dam-orgel (1887):

Hoofdwerk:
Prestant
Octaaf
Holpijp
Quintadeen
Violon
Octaaf
Roerfluit
Octaaf
Cornet - vanaf c
Mixtuur
Trompet basc./disc.


16 voet
8 voet
8 voet
8 voet
8 voet
4 voet
4 voet
2 voet
III-IV sterk
II-III sterk
8 voet

Bovenwerk:
Fluit Dolce
Salicionaal
Viola di Gamba
Salicet
Fluit Travers
Quintfluit
Gemshoorn
Klarinet

8 voet
8 voet
8 voet
4 voet
4 voet
3 voet
2 voet
8 voet
Pedaal:
Aangehangen
 

 

Werktuiglijke registers:
Koppel Hoofdwerk-Bovenwerk

 

Overige gegevens:
Manuaalomvang: C-g'''
Pedaalomvang: C-d'
Stemming: Evenredig zwevend
Toonhoogte: a’ = 440 Hz
Tractuur: mechanische sleepladen

Door de Ramp van 1953, welke zich voordeed in de periode dat de kerk door restauratie al enige tijd buiten gebruik was, had het instrument sterk te lijden van de inwerking van vocht. De Orgelcommissie van de N.H. Kerk adviseerde in 1958 om het orgel te vervangen door een nieuw instrument.
In november 1963, korte tijd voor aflevering van het Marcussenorgel, verkocht men het Van Dam-orgel aan het R.K. Gymnasium "Missiehuis St. Theresia" in Boxtel alwaar het in 1964 in gebruik werd genomen.
Aangezien eind zeventiger jaren het betreffende gebouw zou worden afgebroken veranderde het instrument opnieuw van eigenaar. Het werd in 1979 door de fa. Vermeulen te Weert in de Rooms-Katholieke parochiekerk van Hoogerheide geplaatst waar het nu nog steeds staat. Het instrument verving daar een na de tweede wereldoorlog geplaatst, bestaand orgel van Maarschalkerweerd.

 
Foto ©: Collectie P. Sevestre                                                                                                                      Situatie vanaf 1964 te Boxtel.
                                                                                                                                                                       Foto ©: Collectie P. Bron


Situatie vanaf 1979 te Hoogerheide.                                                    Situatie vanaf 1979 te Hoogerheide.
Foto ©: Collectie P. Sevestre.                                                                  Foto ©: J. Schout

Huidig orgel
Doordat het Rampenfonds hiervoor financiële middelen beschikbaar stelde besloot men in 1959 om aan de fa. Marcussen & Son te Abenraa, Denemarken, opdracht tot de bouw van een nieuw orgel voor de Gasthuiskerk te Zierikzee te geven. De keuze viel op deze bouwer, omdat de plaatselijke orgelcommissie na een oriënterend bezoek aan vier nieuwe orgels in Nederland het meest geďmponeerd was door het door Marcussen gebouwde orgel van de Nicolaikerk te Utrecht.
Het nieuwe Marcussen-orgel werd in 1964 geplaatst en werd op dezelfde dag - 14 april 1964 -met een bespeling door Lambert Erné in gebruik genomen als het eveneens door Marcussen gebouwde orgel voor de Sint Willibrorduskerk te Zierikzee. Om 19.00 uur was de Gasthuiskerk aan de beurt. Om 20.30 uur volgde de Sint Willibrorduskerk.

De dispositie van het Marcussen-orgel (1964):

Hoofdwerk
Prestant
Roerfluit
Octaaf
Spitsfluit
Octaaf
Mixtuur
Trompet


8 voet
8 voet
4 voet
4 voet
2 voet
IV-VI sterk
8 voet

Rugwerk:
Holpijp
Prestant
Fluit
Gemshoorn
Nasard
Scherp
Sesquialter
Kromhoorn

8 voet
4 voet
4 voet
2 voet
1 1/3 voet
IV sterk
II sterk
8 voet
Pedaal:
Bourdon
Prestant
Fagot
Schalmei

16 voet
8 voet
16 voet
4 voet

 

Werktuiglijke registers:
Koppel Hoofdwerk-Rugwerk
Koppel Pedaal-Hoofdwerk
Koppel Pedaal-Rugwerk
Tremulant Rugwerk

 

Overige gegevens:
Manuaalomvang: C-g'''
Pedaalomvang: C-d'
Stemming: Evenredig zwevend
Toonhoogte: a’ = 440 Hz
Tractuur: mechanische sleepladen

 

Geraadpleegde bronnen

Kerkelijke Courant, 1887, nr. 53.

Het Orgel, 1887/88, nr. 2 en 11.

"De Mixtuur", februari 1980 (nr. 30), blz. 675; maart 1981 (nr. 34), blz. 155-159.

Archief Orgelcommissie Gasthuiskerk in Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland te Zierikzee.

 

Zie ook de literatuurlijst met betrekking tot Schouwen-Duivelandse orgels van P. Sevestre

 

Informatie en foto's op deze pagina, tenzij anders vermeld: P. Sevestre

 

- Terug naar de top van deze pagina -