Zierikzee, Sint Willibrorduskerk
Rooms Katholieke Kerk - Hoge Molenstraat 68
- Orgeloverzicht - Andere orgels in Zierikzee -
Kerkgebouw
Nadat de
Grote- of Onze Lievensmonsterkerk in Zierikzee
in 1576 door de protestanten in gebruik werd genomen begonnen de katholieken van
Zierikzee vanaf 1640 hun erediensten in de pastorie aan de Oude Haven te vieren.
In 1766 werd het verzoek van pastoor Judocus de Man om een kerk te mogen bouwen
achter de pastorie door het stadsbestuur eindelijk gehonoreerd op voorwaarde,
dat het gebouw van buiten niet op een kerk zou lijken. Dit kerkgebouw met de
ingang aan de Molenstraat kwam tot stand door verbouwing van twee aangekochte
schuren en werd op 8 mei 1768 ingewijd.
In 1842 werd de voorgevel vernieuwd. De kerk onderging diverse verbouwingen en
restauraties.
In 1931 werd een torentje met luidklok aangebracht. Bij een ingrijpende
verbouwing in 1936/37 werden de zijgalerijen van de kerk en diverse pilaren
verwijderd. Van 1988 tot en met 1994 werd de kerk in verschillende fasen
gerestaureerd.
Eerste orgel
Voor
de Sint Willibrorduskerk in Zierikzee werd pas in 1793 het eerste orgel, een
huiskabinetorgel, aangeschaft, waarvoor toestemming van de burgerlijke gemeente
moest worden gevraagd en werd verkregen.
Tweede
orgel
Zie voor
de geschiedenis van het tweede orgel, dat in 1798 in de kerk werd geplaatst, de
Petruskerk te 's Heer Arendskerke, waar het instrument sinds 1868
staat.
Derde orgel
De gelegenheid van het eeuwfeest van de Sint Willibrorduskerk in Zierikzee in
1868 werd aangegrepen om een wens van het zangkoor te realiseren, namelijk het
laten bouwen van een nieuw orgel. Orgelbouwer Wilhelm Rütter te Kevelaer kreeg
de opdracht.
Het orgel van Rütter, dat op 10 oktober 1868 feestelijk in gebruik werd genomen
met een bespeling door de Schiedamse organist en muziekonderwijzer B.L.L.J.
Gores, die in 1865 het nieuwe Rütter-orgel in zijn Onze Lieve Vrouwekerk te
Schiedam (toen in hetzelfde bisdom gelegen als Zierikzee) had ingespeeld.
De dispositie van het Rütter-orgel (1865): |
||||||
Hoofdwerk: |
|
Bovenwerk Bourdon Salicionaal Principal Flauto Traverso Waldflote |
8 voet 8 voet 4 voet 4 voet 2 voet |
Pedaal: Subbass Octave Violoncello |
16 voet 8 voet 8 voet |
|
Werktuiglijke registers: |
|
Overige gegevens: |
Het Rütter-orgel
is in 1928 gerestaureerd door de fa. A.S.J. Dekker te Goes.
Waarschijnlijk bracht Dekker dit orgel in 1937 over naar de andere zijde van de
kerk en werd het van een windmotor voorzien.
Dit orgel had als gevolg van de Ramp van 1953, met name door waterlekkages als
gevolg van het door de storm beschadigde dak, ernstige schade opgelopen. Hoewel
aanvankelijk nog restauratie werd overwogen werd het in 1957 door de
Orgelcommissie van de NH Kerk, welke als adviseur van het Rampenfonds optrad,
afgekeurd. In 1963 werd het instrument voor f 500,- verkocht aan de fa. Koppejan
en werd een nieuw orgel gebouwd.
Foto ©: Collectie P. Sevestre
Huidig
orgel
Voor
f61.100,- werd een nieuw orgel besteld bij de fa. Marcussen te Abenraa in
Denemarken. De gelden hiervoor kwamen beschikbaar door verstrekking van een gift
uit het Rampenfonds. Het Marcussen-orgel werd op 14 april 1964, dezelfde dag als
het orgel van de
Gasthuiskerk, in gebruik genomen.
De dispositie van het Marcussen-orgel (1964): |
||||||
Hoofdwerk: |
|
Borstwerk: Gedakt Gedaktflote Principal Nasat Schar Regal |
8 voet 4 voet 2 voet 1 1/3 voet II kor 8 voet |
Pedaal: Subbass Principal Oktav Fagot Skalmeje |
16 voet 8 voet 4 voet 16 voet 4 voet |
|
Werktuiglijke registers: |
|
Overige gegevens: |
Geraadpleegde bronnen
Broekhuyzen, blz. 984.
"Het Kerkorgel", nr. 18.
Opdrachtcahiers fa. A.S.J. Dekker
Kluiver III, blz. 121-122.
Diverse stukken in parochiearchief
Rademaker en Verdaasdonk, Een kleine kerkgeschiedenis, o.a. blz.43-45 en 60.
Zie ook de literatuurlijst met betrekking tot Schouwen-Duivelandse orgels van P. Sevestre
Informatie en foto's op deze pagina, tenzij anders vermeld: P. Sevestre