Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt

Kerkgebouw

Nadat het voorgaande kerkgebouw van de Gereformeerden uit 1841 niet meer voldeed, werd in 1899 een nieuwe kerk gebouwd onder leiding van architect Tj. Kuipers.

In 1919 is het kerkgebouw uitgebreid waardoor het aantal zitplaatsen op circa 1300 kwam.

Sinds 1945 is de kerk in gebruik bij de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt.

In 1948 werd de kerk verbouwd, gevolgd door een verbouwing in 1998. 

Orgel

In 1918 kreeg de firma Standaart te Schiedam de opdracht een tweeklaviers orgel te bouwen voor de Gereformeerde Kerk aan de Kerkdreef te Axel. Het front werd evenals het kerkgebouw ontworpen door architect Tj. Kuipers, naar voorbeeld van het Walcker-orgel in de Zuiderkerk te Rotterdam (thans in de Martinikerk te Doesburg). Bij de bouw trad de heer P. Mobach, organist te Breukelen, op als adviseur, die het bespeelde bij de ingebruikname op 24 december 1918. De dispositie was als volgt.

Manuaal 1: violon 16, prestant 8, bourdon 8, viool 8, quintadena 8, concertfluit 8, octaaf 4, roerfluit 4, octaaf 2, mixtuur-cornet, trompet 8, I/II, I/II-16

Manuaal 2: holpijp 8, aeoline 8, voix celeste 8, lieflijk gedekt 8, spitsfluit 4, piccolo 2, basson-hobo 8, II/I

Pedaal: subbas 16, bourdon 16, P/I, P/II, P/II-4, pianotrede, crescendo, vrije combinatie, 5 vaste combinaties.

Overige gegevens:

Manuaalomvang: C-g’’’

Pedaalomvang: C-c’

Stemming: evenredig zwevend

Toonhoogte: a’ = 440 Hz

Tractuur: pneumatische kegelladen 


Al in de Tweede Wereldoorlog bleek het orgel niet in al te beste staat te functioneren, maar restauratie werd uitgesteld tot 1953. In dat jaar restaureerde de firma B. Pels te Alkmaar het orgel, waarbij het werd schoongemaakt, de pneumatische tractuur werd vervangen door elektrische tractuur en de speeltafel beneden in de kerk werd geplaatst. De dispositie van het tweede klavier werd uitgebreid en de zwelkast verwijderd. De dispositie luidt hierna:

Manuaal 1: holquintadena 16, prestant 8, bourdon 8, open fluit 8, octaaf 4, roerfluit 4, nasard 2 2/3, superoctaaf 2, mixtuur II-V, cornet IVd, trompet 8, I/II, I/II-16

Manuaal 2: baarpijp 8, quintadeen 8, viola di gamba 8, prestant 4, open fluit 4, blokfluit 2, scherp V, sesquialter IId basson-hobo 8, II/I

Pedaal: bourdon 32 (C-H akoestisch), subbas 16, octaafbas 8, gedekt 8 - unit, koraalbas 4- unit, zwegel 2 - unit, bazuin 16, trompet 8 - unit P/I, P/II, P/II-4, pianotrede, crescendo, vrije combinatie, 5 vaste combinaties.

Overige gegevens:

Manuaalomvang: C-g’’’

Pedaalomvang: C-c’

Stemming: evenredig zwevend

Toonhoogte: a’ = 440 Hz

Tractuur: pneumatische kegelladen 

In 1974 is groot onderhoud aan het Standaart-orgel uitgevoerd door de firma Pels-d’Hondt te Herselt in België. De dispositie bleef hetzelfde, enkel de viola 8 van het tweede manuaal werd verwijderd en de nazard werd een quint. In 2001 is aan de firma H.B. Scheuerman te Rotterdam de volgende opdracht tot restauratie verleend. Het orgel is technisch hersteld en het pijpwerk van het tweede klavier is volledig vernieuwd, grotendeels vervaardigd door de firma Stinkens uit Zeist. Daarnaast plaatste de firma Scheuerman een nieuwe speeltafel, geleverd door de Duitse firma Laukhuff. De werkzaamheden werden in november 2003 afgesloten. De dispositie was toen:

Manuaal 1: holquintadena 16, prestant 8, bourdon 8, open fluit 8, quintadena 8, octaaf 4, roerfluit 4, quint 2 2/3, superoctaaf 2, mixtuur III-V, cornet IVd, trompet 8, I/II, I/II-16, tremulant

Manuaal 2: vioolprestant 8, holpijp 8, voix celeste 8, viola di gamba 8, salicet 4, fluit 4, woudfluit 2, sesquialter IId, clarinet 8, basson-hobo 8, II/I, II/II 4, tremulant

Pedaal: bourdon 32 (C-H akoestisch), subbas 16, octaafbas 8, gedekt 8 - unit, koraalbas 4- unit, zwegel 2 - unit, bazuin 16, trompet 8 - unit P/I, P/II, P/II-4, pianotrede, crescendo, vrije combinatie, 5 vaste combinaties.

Overige gegevens:

Manuaalomvang: C-g’’’

Pedaalomvang: C-c’

Stemming: evenredig zwevend

Toonhoogte: a’ = 440 Hz

Tractuur: pneumatische kegelladen