Dorpskerk
Kerkgebouw
De toren van de Domburgse dorpskerk dateert uit ca. 1250. De oudste gedeelten van de kerk zelf zijn gebouwd rond 1300.
In de loop van de eeuwen is de kerk diverse malen uitgebreid, wat goed is te zien door het gebruik van diverse soorten stenen. De omvang van het oorspronkelijke kerkgebouw moet namelijk ongeveer een kwart van de huidige zijn geweest.
Op 10 oktober 1848 verwoestte een brand een groot gedeelte van het kerkgebouw met de bijbehorende inventaris. Met man en macht werd de kerk herbouwd en in 1849 weer in gebruik genomen.
In 1980 heeft de kerk haar laatste uitbreiding ondergaan waarbij aan de zijkant van het kerkgebouw een poort is bijgebouwd.
Eerste orgel
In 1776 liet de Middelburgse regent mr. Johan Adriaan van de Perre een huisorgel bouwen door H.H. Hess. Van de Perre was een zeer vermogend man en een vooraanstaande figuur in het politieke, maatschappelijke en culturele leven van zijn tijd.
Over de dispositie is slechts bekend dat het orgel twee klavieren bezat, waar van het bovenste klavier 7 register had waarvan één een discantregister betrof, en het onderste klavier vijf registers. Verder was het pedaal aangehangen (omvang van één octaaf).
Het orgel werd gebruikt op kasteel Westhove tussen Oostkapelle en Domburg en in 1798 uit het nalatenschap van Van de Perre gekocht door A.K.C. Slicher, die het kasteel had geërfd. Slicher schonk het orgel in 1801 aan de Hervormde gemeente te Domburg en hier werd het in eerste instantie onderhouden door de Middelburgse stadsorgelmaker Frederik van der Weele.
In 1834 werd een nieuwe windlade aangebracht.
Bij de kerkbrand van 10 oktober 1848 ging het Hess-orgel in vlammen op.
Tweede orgel
De orgelmaker J.A. Mennes uit Brigdamme kreeg in 1848 de opdracht om een nieuw orgel te bouwen voor de Dorpskerk te Domburg. Het instrument kwam in 1850 gereed. Het orgel werd in 1924 verkocht aan de evangelische gemeente te Leuven. De dispositie was toen:
Hoofdwerk: prestant 8, holpijp 8, prestant 4, octaaf 2, mixtuur III, dulciaan 8, I/II
Positief: holpijp 8, fluit 4, larigot 1 1/3, vox humana 8, tremulant
Pedaal: aangehangen
Derde orgel
In 1924 leverde de firma Bergmeijer - de voortzetter van de firma Van Dam - een nieuw tweeklaviers orgel voor de dorpskerk te Domburg. Het werd een orgel met 9 stemmen, verdeeld over hoofdwerk, nevenwerk (in zwelkast) en pedaal. Het werd in 1964 gesloopt wegens inferieure kwaliteit
Hoofdwerk: prestant 8, holpijp 8, octaaf 4, fluit 4, mixtuur III, I-4, I-16, I/II
Zwelwerk: lieblich gedackt 8, salicionaal 8, gemshorn 4
Pedaal: subbas 16, P/I, P/II
Overige gegevens:
Manuaalomvang: C-f’’’
Pedaalomvang: C-f’
Stemming: evenredig zwevend
Toonhoogte: a’ = 440 Hz
Tractuur: pneumatische kegelladen
Huidige orgel
In 1964 bouwde de firma Vierdag uit Enschede een nieuw orgel voor de Hervormde Gemeente van Domburg. Het orgel kreeg 1 manuaal en een zelfstandig pedaal met in totaal 9 stemmen. Het orgel is zodanig gebouwd dat uitbreiding met een Borstwerk mogelijk is. Het instrument is op 22 december 1964 in gebruik genomen.
Hoofdwerk: quintadeen 16, prestant 8, holpijp 8 b/d, octaaf 4, roerfluit 4 b/d, octaaf 2, mixtuur IV b/d, trompet 8 b/d
Pedaal: subbas 16 (tr.) P/I
Overige gegevens:
Manuaalomvang: C-f’’’
Pedaalomvang: C-f’
Stemming: evenredig zwevend
Toonhoogte: a’ = 440 Hz
Tractuur: mechanische sleeplade