Mariakerk

Kerkgebouw

Al rond 1100 moet een houten kerk in Cadzand zijn geweest, die was ondergeschikt aan de St. Baafsabdij in Gent.

In 1250 werd begonnen met de bouw van de huidige kerk. Er werd in opdracht van de Sint Baafsabdij een eenbeukige Romaanse Kerk in gele Vlaamse baksteen gebouwd. De kerk was rond 1300 gereed. De gotische noordbeuk werd in later jaren, tussen 1300 en 1325 gerealiseerd.

De kerk werd in 1610 en 1641 grootscheeps gerestaureerd nadat deze tot een ruïne was vervallen.

De Lambertustoren van de kerk, een baken voor scheepvaartverkeer, werd in 1677 afgebroken. Een kleinere toren kwam in 1928 ervoor in de plaats.

Op 29 oktober 1944 werd de kerk zwaar beschadigd tijdens gevechten om Cadzand. In 2009 werd de toren van de Mariakerk gerestaureerd. 

Orgel

In 1902 werd de Mariakerk in Cadzand voorzien van een orgel. Het is mogelijk dat dit om het orgel gaat dat de firma Kruse in de Kerkelijke Courant van 26 juli 1901 aanbood. Het orgel had bij oplevering 8 stemmen op het manuaal en een aangehange pedaal van C-b. In de periode 1960-1970 werd door de firma Koch aan het Kruse-orgel gewerkt, waarbij een Trompet 8’ werd toegevoegd en een pneumatische Bourdon 16’ met de omvang C-b die zelfstandig op het pedaal bespeelbaar is gemaakt.

Momenteel is het Kruse-orgel in onderhoud bij de firma A. Nijsse & Zn. te Oud-Sabbinge. De dispositie is nu als volgt.

Manuaal: bourdon 16 (C-b), prestant 8, holpijp 8, gamba 8, octaaf 4, fluit 4, quint 3, octaaf 2, trompet 8, tremulant

Pedaal: bourdon 16

Overige gegevens:

Manuaalomvang: C-f’’’

Pedaalomvang: C-b

Stemming: evenredig zwevend

Toonhoogte: a’ = 440 Hz

Tractuur: mechanische sleeplade