Kerkgebouw
De Petruskerk te 's Heer Arendskerke is vermoedelijk gesticht in de twaalfde eeuw door een zekere Arend, om zijn ongewone dikte "Arend met den buik" genoemd. Hij was de stamvader van de beroemde, rijke en machtige riddergeslachten Van Schengen en Van de Poele.
De tegenwoordige Petruskerk dateert van het begin van de 14e eeuw. Het koor is vermoedelijk eerst gebouwd met een losstaande toren. De tussenruimte is later opgevuld met het nog bestaande schip.
Aan het einde van de 16e eeuw is de kerk van zijn altaren en beelden ontdaan en ingericht voor de Protestantse eredienst.
Het koor achter de kerk is in 1859 afgebroken en vervangen door de huidige consistoriekamer.
In 1906 is de kerk grondig gerestaureerd onder leiding van architect J. Verheul uit Rotterdam en door hem zo goed mogelijk in de 15e eeuwse stijl teruggebracht.
Naast een restauratie in 1955 en 1956 heeft de laatste restauratie plaatsgevonden in de periode 2002-2003. Deze werd uitgevoerd met de steun van vele vrijwilligers en financiële steun van diverse instanties.
Het interieurbeeld is bijzonder gaaf, het is een eenheid die als schoolvoorbeeld kan dienen van het protestantse kerkmeubilair uit het midden van de 17e eeuw.
Orgel
Het orgel van de Petruskerk te 's Heer Arendskerke is gebouwd door J.B. Forceville. Het werd oorspronkelijk gebouwd voor een klooster of abdijkerk in Belgisch Brabant. Mogelijk heeft de firma Franssen uit Roermond de Waldfluit 2' in een Fluit Douce 4' veranderd.
In 1798 werd het orgel voor f1198,70 aangekocht door de Sint Willibrorduskerk te Zierikzee.
In de periode 1816/1817 is het instrument gerepareerd door de orgelbouwer A. Meere uit Utrecht. Hierbij is de klaviatuur van de onderkant van de orgelkas naar de zijkant verplaatst.
In 1841 zijn twee blaasbalgen vervangen door één blaasbalg, om ruimte te winnen op de orgelgaanderij.
In 1868, drie jaar na het gereedkomen van het Rütter-orgel, kwam het Forceville-orgel in bezit van de Hervormde Gemeente van 's Heer Arendskerke. De overplaatsing werd verzorgd door Franssen. Hij vervaardigde een nieuwe windlade voor het hoofdwerk en gebruikte de oude windlade voor de uitbreiding met een tweede manuaal: het Positief. Op het Hoofdwerk werden diverse registers gewijzigd: de Fluit Travers 8', de Fluit 4' en de Cimbel moesten plaats maken voor een Bourdon 16', Viola di Gamba 8' en een Bazuin 16'. De registers van het Positief en Pedaal werden nieuw. De orgelkas is ten behoeve van deze uitbreiding ruim 2 meter dieper gemaakt. Ook werd er nieuwe ornamentiek aangebracht, vervaardigd door een zekere De Hollander te Middelburg. Op de hoektorens en de balustrade werden Arenden geplaatst. De eerste bespeling in 's Heer Arendskerke werd bepaald op 20 mei 1869 en wel om half 5, "zijnde de meest geschikte tijd om ook de mindere stand in de gelegenheid te stellen de plechtigheid te kunnen bijwonen." In 1903 verrichtte de orgelmaker J. van den Bijlaardt een grote reparatie aan het orgel. Hierbij werden de twaalf grootste pijpen van de Trompet 8' vernieuwd, de Bazuin 16' moest plaats maken voor een Trompet 4', de Cornet werd verbeterd en op het Positief werd een nieuwe Voix Celeste 8' geplaatst. Nog ingrijpender waren de wijzigingen die orgelbouwer J.H. Giessen uit Goes in 1923 aan het instrument uitvoerde. Op het Hoofdwerk werden de Prestant 8', Fluit 8' (vanaf c) Oktaaf 4', Octaaf 2', Mixtuur, Cornet en Trompet 8' vernieuwd. Op het tweede manuaal werd de Hobo 8' discant vervangen door een Dulciaan 8'. Ook werd dit manuaal van een zwelkast voorzien. De houten pijpen van het orgel werden zo veel mogelijk op pneumatische windladen geplaatst, om een betere windtoevoer te verkrijgen. In 1986 werd door de firma A. Nijsse & Zoon uit Oud Sabbinge een restauratie uitgevoerd, waarbij de pneumatiek is verwijderd.
Ondanks dat alleen nog de Fluit Douce 4', Quint 3' en het groot octaaf van de Gedekt 8' uit 1708 dateren, mag dit orgel waardevol genoemd worden.
De huidige dispositie luidt als volgt:
Hoofdwerk: bourdon 16, prestant 8, fluit 8, viola di gamba 8, prestant 4, fluit douce 4, quint 3, octaaf 2, mixtuur III, cornet III d, trompet 8 b/d, trompet 4, I/II
Positief: vioolprestant 8, bourdon 8, salicionaal 8, voix celeste 8, flûte harmonique 4, dulciaan 8, tremulant
Pedaal: subbas 16, octaaf 8, violon 8, bombarde 16, P/I